De geschiedenis
De traditionele Chinese geneeskunde heeft een erg lange geschiedenis. Op primitieve wijze was er al sprake van medische gebruiken in vroegere tijden, want de strijd tegen ziekten begon toen de Chinese voorvaderen probeerden te overleven in de barre omgeving. Bij het zoeken naar voedsel ontdekten zij dat sommige planten eetbaar waren en dat andere op een zekere manier verlichting brachten bij bepaalde ziekten. Op deze wijze ontstond de eerste ervaring met medische substanties.
Zo ook ontdekten mensen in het Stenen en Bronzen tijdperk dat bepaalde stenen of bronzen instrumenten gebruikt konden worden in de behandeling van ziekte. Bijvoorbeeld de 'Bian-stenen', een type steen met een scherpe vorm, die gezien kunnen worden als de voorlopers van de acupunctuurnaalden. Met het gebruik van vuur ontstond de mogelijkheid om met vuur niet alleen eten te koken en zich te beschermen tegen de kou, maar ook ontdekte men dat vuur een gunstige werking had bij de behandeling van een aantal ziekten. Dit is de oorsprong van de moxa-therapie. Uit deze tijd dateert ook de toepassing van kruiden voor uitwendig gebruik, aangezien men bij letsel en verwondingen bladeren of delen van planten op de wond legde.
Tweeduizend jaar geleden al ontstond de tekst over geneeskunde "Yellow Emperor's Inner Classic". Hierin werden vroegere medische ervaringen samengevat. Gebaseerd op de filosofie van die tijd gaf dit werk inzicht in fysiologie, pathologie, diagnose en preventie. Bovendien vermeldde dit boek de lengte en mogelijkheden van het menselijk skelet, het bestaan van bloed en bloedvaten, het concept van de bloedcirculatie en de afmetingen van de interne organen.
Gedurende de laatste decennia is deze duizenden jaren oude traditionele Chinese geneeskunde uitgebreid bestudeerd en is volgens experts in en buiten China effectief en veilig gebleken. Bovendien heeft het als voordeel dat het de bijwerkingen van chemische medicijnen uit de moderne reguliere geneeskunde vermindert.